> column van de predikant

Column van de predikant

 
 

De Mol

Afgelopen Adventstijd stond ik even stil bij het leven van de mol. Op zoek naar lichtpuntjes voor ons leven zonder twijfel maar ook geboeid door feit dat Mol een vertrouwde Gieterse familienaam is. Ik noem een paar dingen en dat met een knipoog natuurlijk.  Een oude zuster vertelde dat de Mollen bekend staan oom hun gewroet en dat ze ook emotionele mensen zijn. Goedaardig zijn ze vast ook? In de vrije natuur zijn het echter geen groeps- of gezelligheidsdieren. Ze leven wat meer op zichzelf. Een bioloog schreef ergens: de vijand van de mol is de mol. Zoiets zou boeiende familierelaties moeten opleveren. Een mol heeft trouwens ook scherpe nagels en soms is zoiets ook goed om te weten. Het zijn net mensen, moet je maar denken. 

Voor velen is een mol vooral een hoop ellende en inderdaad keken wij vorig jaar vreemd op toen in de pastorietuin de ene na de andere molshoop verscheen. Met hulp van de buurman wisten we er een te vangen. Bijzonder zo’n beestje. Hij is niet groter dan een aardappel, heeft een fluweelzacht vachtje. Hij heeft pootjes als kolenschoppen zo groot en hij graaft zomaar met een snelheid van 12 tot 15 meter per uur. De mol is geen slapjanus! Hij is misschien wel slechtziend maar ook goed horend. Zijn oorschelpen zitten dankzij Charles Darwin (evolutie) inmiddels aan de binnenkant van zijn kopje en zijn snorharen zijn uiterst gevoelig. Door de donkere gangen scharrelt hij zijn kostje bij elkaar en doet hij zich tegoed aan regenwormen, maden en naaktslakken. Wat een leven. Hoe zou hij dat nou hebben zo onder de grond. Overal zand en aardedonker. Zou hij wel af en toe een lichtpuntje zien?  Wat ziet zo’n mol eigenlijk en wat zien wij mensen eigenlijk? Carel ter Linden schreef een gedichtje over de mol, dat wil ik u niet onthouden:

De mol

De grond beweegt. Hij is weer aan het werk.
Hij wroet en duwt de aarde naar omhoog,
Door niets gestoord en vlak onder mijn oog.
Hij weet niet wat hij aanricht in dit perk.

Te vreemd is mij dit onderaards bestaan
Dat in het donker gaat zijn blinde gang
En nooit het daglicht ziet, een leven lang:
voor deze wereld mist het elk orgaan.

Maar weet de mens die hier zijn tuin beziet
Dan zelf vanwaar hij komt, waarom hij leeft?
Misschien dat ook iets hogers hém omgeeft.
Alleen zijn blinde ogen zien het niet.

 Carel ter Linden

Uit: de bundel Om een zin, Amsterdam 2008

Tenslotte. Dat we hoe ons leven maar is, ook oog mogen hebben voor de lichtpuntjes in dit nieuwe jaar. 

De groeten van de familie Mol en veel heil en zegen voor ons allen.

 Ds. Gerke van Hiele

 

 

 

Overdenking over rust en balans


In de huiskamer van de boerderij waar ik van kinds af aan kom hangt een bordje met een Friese spreuk aan de muur: vrij vertaald, God spijst de vogels, maar ze moeten er wel om vliegen. Een knipoog naar het evangelie. Ons leven is ons gegeven, een groot geschenk, maar voor ons levensonderhoud moeten we gewoon werken. Het evangelie is geen blij bloemetje bijtjes geloof dat het allemaal vanzelf allemaal wel goed komt met je leven, je werk, de liefde, de mensen, de volken, de wereld. Hier in de Kop werd vanouds ook hard gewerkt, ik las zo’n bundeltje met levensverhalen van vrouwen uit deze streek en die waren altijd aan het werk. Een paardentand en een vrouwenhand die nooit stil staan …als man kon je tenminste nog eens een pijpje roken of een sigaar opsteken uit eigen doos.


Matteüs zegt “maak je geen zorgen om de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf”. Tja, is dat niet makkelijk gezegd, denk ik dan. Zorgeloosheid, gaat dat ons helpen? Er zijn echt aanleidingen genoeg om je zorgen te maken. Wil je niet weten waar je je allemaal zorgen om kunt maken. Mooie Loesje poster: Zorgen moet je doen ….niet maken. Niks mis met zorgzaam en zorgvuldig omgaan met de dingen van ons leven en oog hebben voor de volgende generatie die ook weer graag willen leven. Met alleen ‘Pluk de dag’ en gulzig genieten, komen we er toch ook niet. Zorgeloosheid lijkt dan op eerste gezicht op slecht advies.


Jezus zegt dit echter tegen zijn leerlingen nadat hij ze erop gewezen heeft dat zij geen twee heren kunnen dienen. Jullie kunnen niet God dienen én de Mammon. Jezus vraagt hiermee naar je gerichtheid, naar waar je je ten diepste aan wijdt. Dienst aan de Mammon wil zeggen: gericht zijn op het materiële, op je vermogen, geld verdienen, zoveel mogelijk, je positie, je status en prestige en projecten? Met wat je denkt voor te stellen, met wat je wil betekenen? Het kan je overkomen dat je daarvoor alles uit de kast haalt, alles geeft. Al je tijd, je energie, je aandacht. Het kan je overkomen, al ben je er zelf bij, dat je je ergens het ongeluk voor werkt. Letterlijk. We zien voor onze ogen hoeveel mensen soms van zichzelf vergen. . Werk wordt dan een soort slavernij, iets wat we onszelf opleggen en ook samen ons in lijken te verliezen. Want het gaat maar door, er zit geen rem meer op, alle dagen meer van het zelfde, het gaat maar door.

 
Als dan Jezus tegen zijn leerlingen iets zegt over bezorgdheid of zorgeloosheid dan gaat het er niet om of we ons niet eens zorgen zouden maken of dat we wel eens vooruitdenken of piekeren. Het woord dat hij in het Grieks gebruikt is veel sterker dan je zorgen maken of bezorgdheid zijn. Het is je druk maken, je aftobben, je leven opslijten. Het gaat er om dat er een maat is, een grens. Dat het dus bestaat dat er een hoeveelheid werk en bezigheid is waar zelfs jij met alles wat je kan, ongelukkig van wordt. Dat je er onvrij van kunt worden, verkrampen en er zelfs onderdoor kan gaan. Soms merk je dit juist op een vrije dag, als de automatische piloot weg is, dat je moe bent, gauw geïrriteerd, prikkelbaar. Al die korte lontjes komen toch ergens vandaan. Sabbat en zondag gaan over het belang van even echt vrij zijn, juist omdat er dingen zijn die je opvreten, er zoiets is als stress is en overbelasting. Allemaal van die Stresskippen en Rupsjes Nooitgenoeg, nooit genoeg of nooit klaar, nooit tevreden, nooit echt blij, laat staan dankbaar. Hoe zou dat ook moeten in de maalstroom en mallemolen van 24/7.


Jezus bepaalt ons zo bij de ruimte in ons leven. Die ruimte van God, zo geloof ik. waarin je kunt bewegen, ook even stilvallen soms met een diepe zucht. En er even ook ruimte is voor die andere vragen die ertoe doen: wat doe je, waar ben je mee bezig, waar maak je je zo druk over, waar verslijt je je leven aan? Waar ben jij eigenlijk mens voor hier op aarde? Met wie weet je je verbonden en heb je daar ook oog en aandacht voor? Voor wie heb jij wat over, met wie ben je in gesprek over wat er voor jou en die ander toe doet, wie mag jou wat geven of aanreiken, wat zie je als rechtvaardig en wat dient volgens jou de vrede in je huis, je straat, het dorp? ? Vragenderwijs is God aanwezig in onze wereld, maar het is aan jou hoe je daar ruimte voor maakt, je kan er ook aan voorbij leven, aan die stille stem die opklinkt in de verhalen en die zich ook kan roeren in je hart en die in je gaan leven.

 
Opdat we leven zoals we bedoeld zijn. Iedere Gieterse boer wist dat. Natuurlijk moet het hooi van het land, maar rustig aan en niet steeds teveel hooi op de vork! Blijf het maar proberen. Don’t you give up! Om te leven zoals je bedoeld bent, naar hartenlust en met volle teugen. Leven in een heilzaam ritme, rustpunten en een goede balans, in een heilzame regelmaat van inspanning en ontspanning, van bezigheid en bedachtzaamheid, van stilte en gesprek, van reuring en ruimte, van rust en nieuwe energie van de geestkracht van God die ons leven doortrekt en richting geeft en wij in onze kracht gaan staan als mensen van God. Moge het zo voor ons zijn.

Amen

 

 

Over wachten en geduld

Het is nog winters en wit nu ik dit schrijf  en wie weet hoeveel winter er nog komt. Het verlangen ernaar is te proeven in het  jubileumboekje van de plaatselijke ijsclub. Wat zou het toch mooi zijn als we weer zouden kunnen schaatsen en laat dan in hemelsnaam niet  zoals ooit in 1978 een ijsbreker op het kanaal van Steenwijk - Beukers een stokje steken voor wat hier in de Noordwesthoek toch echt gewoon de tocht der tochten is.

 

Maar wie weet is het gras inmiddels al weer groen en heb je het eerste sneeuwklokje al gespot.  De dagen zijn weer aan het lengen en we zijn het diepst van de winter door, al is het nog echt geen voorjaar. Je zou kunnen zeggen dat dit de tijd is van het ongeduld. Dit laatste hijgt ons nogal eens in de nek. Veel mensen voelen de druk van het meteen, het nu of nooit, de sneltreinvaart die zo bepalend is geworden voor onze cultuur. Net alsof snel, snel, snel de enige optie is en je ook zelf echt bent gaan geloven  dat gras sneller groeit door er aan te trekken. Gras groeit niet sneller door er aan te trekken.Gras groeit door goede voeding en ruimte om te groeien. De dingen hebben nu eenmaal hun tijd.

De  kerk kan een plek zijn  om met je ongeduld te leren omgaan. Er bij bepaald worden dat er zoiets bestaat als een tijd van wachten. De Prediker zei het al, alles heeft zijn tijd. Tijd voor je ongeduld, je verlangen, je hoop en wie weet je wanhoop,  Zou het nog lukken, zou het nog wat worden, iets van vrede komen hier op aarde? Er is zoveel wachten in ons leven, al zien we het ofwel over het hoofd of struikelen we erover. Wachten bij de kassa, bij de dokter, op de poli, bij de bus. Wachten op een goed bericht, op een uitslag, een uitgestoken hand, een teken van leven, op een geboorte, op de dood.   Wachten op een keer in je lot, een wapenstilstand, ergens in een vluchtelingenkamp op voedsel en water, wat dekens en brandstof.

Laten we vooral ook niet doen alsof we van wachten alleen maar gelukkig worden. Geduld is een goede slaaf, maar een slechte meester, en gek genoeg geldt ditzelfde ook voor ongeduld.  Alleen maar geduldig zijn, of alleen maar ongeduldig, helpt je doorgaans niet. Het blijft een zoeken naar het juiste evenwicht. Soms moet je ineens toch iets doen, soms kan je dat maar beter laten. Soms kun je maar beter gewoon doorgaan. Geduld heeft te maken met je plaats weten, de dingen niet te groot en niet te klein maken. Gewoon erbij blijven, stil met iets doorgaan, je niet laten verontrusten of uit het veld slaan. Onderstaand gedichtje van Vaclav Havel vat het goed samen:

Water geven

Ik geloof dat we moeten leren te wachten,
zoals we ook moeten leren te scheppen.
We moeten geduldig de graankorrels zaaien,
de aarde waarin zij gezaaid zijn,
koppig blijven water geven
en de planten verder hun eigen tijd gunnen.
We kunnen een plant nu eenmaal
niet voor de gek houden,
net zomin als we de geschiedenis
voor de gek kunnen houden.
Maar we kunnen haar wel water geven,
geduldig, elke dag, met begrip,
met nederigheid , maar ook met liefde

Gerke van Hiele

 

 

 

 


 

Overdenking bij de intrededienst 14 oktober 2018

Over schepping en een nieuw begin n.a.v. Genesis 1:11-27

Inleiding op de lezing

Afgelopen 1e Juli ging ik hier al voor. Corien en ik waren die week naar het openluchttheater Storm over Beulaeke geweest. We stapten daar in een wereld van armoe, bitterheid, turf, tering en jenever. Maar het was ook een verhaal ook van liefde, standvastigheid en trouw. Er werd verteld van het oude land dat weggevreten werd door de Zuiderzee en dat ooit de dijk tussen Vollenhove en Kampen brak en een dorp verdween in de golven. Niemand van de aanwezigen, denk ik zo, hoefde uitgelegd te worden dat water een beeld is van chaos, van ondergang en dood.

Hier is de link met het Bijbelse Scheppingsverhaal en we kunnen herkennen het ritme van de dag die volgens de joodse traditie ’s avonds begint, telkens die weg door het donker naar het licht. Zo is ook het ritme van de week die uitloopt op de sabbat en het ritme van de wereld. Telkens wordt door het donker, de verwarring en de chaos een weg gebaand naar het licht van de wekelijkse sabbat en naar de grote sabbat, de wereld zoals die bedoeld is. Zo verstaan kun je dit verhaal ook lezen als een Paasverhaal, van onuitroeibare hoop op toekomst en leven. Het is, als je daar eenmaal de ogen voor zijn opengaan, het mooiste verhaal van de wereld.

Overdenking

2500 jaar geleden viel Jeruzalem, de eerste tempel werd verwoest en de bovenlaag van de bevolking werd gedeporteerd naar Babylon. In deze verlies situatie van joodse ballingen die van huis en haard waren verdreven, kwam een diepgaande en vruchtbare bezinning op gang over wat er nou toch allemaal gebeurd was in hun geschiedenis, in hun eigen leven als mens en volk. Waar ging het nu in beginsel, vanaf het begin eigenlijk om? Wat was eigenlijk de bedoeling en waar zouden wij als mensen voortaan voor uit moeten kijken? Ik wil maar zeggen, deze verhalen gaan niet zozeer over vroeger, ze werden geschreven als wegwijzer, steun in de rug, met het oog op een nieuwe toekomst. Want als je alles bent kwijt geraakt komt er ook ruimte voor andere vragen. Zou het oude verhaal van Uittocht en bevrijding hebben afgedaan ? Zou er ooit nog een touw vast te knopen zijn aan hun lotgevallen? Zou er nog een nieuw begin van leven mogelijk zijn, van vrede hier op aarde?

Deze eerste hoorders van deze verhalen die geschiedenis zouden gaan maken werd onder meer op het hart gebonden dat zij mensen zijn naar Gods beeld en gelijkenis? Wat zou dat eigenlijk betekenen? Mensen als evenbeeld van God. Ik zou vanmiddag drie dingen willen noemen. Twee had ook gekund, maar het is een feestelijke dag vandaag. Zo’n gevoel dat je kan overvallen bij de ijssalon: Doe maar drie bolletjes vandaag!? Er is trouwens ook nog iets met ijsverkoop aan de Dorpsgracht en de Raad van State, dus toch maar drie bolletjes!

Het eerste bolletje wil je laten proeven dat je leven niet voorbij is. Dat kan wel zo lijken en wie weet heb je veel verloren wat bitter stemt. De gedachte kan zelfs bij je opkomen dat het er niet meer toe doet en God blijkbaar zijn handen van je heeft afgetrokken. En het ook niet meer uitmaakt of je gelooft, hoopt en liefhebt of niet. Jou wordt ingefluisterd dat je een mens bent naar Gods beeld en gelijkenis. Gods evenbeeld. Je bent niet zielig, niet alleen slachtoffer. Je doet ertoe, ook jij mag opnieuw je weg zoeken. Dat is het goede nieuws vanaf den beginne. Jezus zou het later zijn toehoorders in deze lijn kinderen van God noemen (Mat 5:9), vergeet het niet je bent een kind van het Licht.

Het tweede bolletje wil je laten proeven dat je hier niet zomaar en voor niks bent. Er is je wat toevertrouwd. Je hebt een taak, een opdracht om partner te zijn van God in deze wereld. Oud minister Winsemius had het deze week in een Klimaatbijdrage over Kaninefaten en meestribbelaars. Dat is toch iets anders. Partner wil zeggen er is iets aan jou, iets wat op jouw weg ligt, dat steentje wat alleen jij kunt verleggen. Gaandeweg mag je dat ontdekken en in dat proces jezelf worden. In jouw herderlijke omgang met de wereld en in jouw inspanning deze wereld leefbaar te houden juist voor de generaties die komen. Je mag kiezen waar je je voor in wilt zetten, want niet alles gaat vanzelf. Met alleen loslaten – wat je te pas en te onpas hoort - komen we er niet. Loslaten? Aanpakken zal je bedoelen. We hebben niet de macht, maar wel degelijk invloed. Waar zet jij je kaarten op? Welke positieve keuzes. Kun jij maken? De fluisterbootjes in Giethoorn zijn trouwens een mooi voorbeeld. Het is een Godswonder dat je hier op een zondagmiddag aan de Dorpsgracht verstaanbaar bent. Nu ziet bijna iedereen de voordelen.

Het derde bolletje wil je het ongelooflijke laten proeven dat wij in ons leven iets zichtbaar mogen maken van wie God is. Het gaat er niet zozeer om of wij al of niet in ons diepste wezen goddelijk zijn, door een ‘goddelijke vonk’ verwant zouden aan de Eeuwige. De mens is niet God, maar hij heeft de opdracht om te zijn als God. In de Talmoed, een van de klassieke joodse geschriften vind je dit zo verwoord:

“Abba Sjaoel zei: Lijk op Hem. Zoals Hij genadig en barmhartig is, wees ook jij genadig en barmhartig. [Babylonische Talmoed, Sjabbat 133b]

Het is onze taak om in ons doen en laten zichtbaar te maken wie God is. Hier klinkt de grootheid van de mens door. Ga maar rechtop staan, neem je plek in, doe je niet kleiner voor dan je bent, daar wordt de wereld niet beter van. Jijzelf ook niet. Je hebt een bijzondere plaats in het geheel, hoge waardigheid en waarde. En dat geldt niet alleen voor jou maar ook voor die ander. Alle mensen zijn van waarde, ieder met zijn of haar mogelijkheden en talenten. Dit is de basis van alle ethische richtlijnen in de Bijbel. Geen bloed vergieten, Gerechtigheid moet worden gedaan, vrede worden verwerkelijkt, telkens opnieuw. Dat is waarom Jezus zijn toehoorders aan de Torah herinnerde: “Heb je naaste lief, hij is als jij (Lev. 19:7)”. Om die menselijkheid is het begonnen, een kerkje als dit is er om hieraan te herinneren, er ruimte voor te maken en het weer wakker te roepen wie we echt en met hart en ziel als mensen mogen zijn.

Zo sta ik hier op 14 oktober 2018 in de vermaning van Giethoorn op een kruispunt van wegen en waterwegen. Te midden van eindeloos selfies makende toeristen, vakantieplezier en voor velen een vleugje van het paradijs. ’s Avonds als het donker wordt, komen de zwanen terug en kun je ook de vogels op het Bovenwiede horen. De eenden en natuurlijk wilde ganzen. Voor mij ook een herinnerd worden: Nog steeds zweeft de Vogel van de Geest boven de wateren op zoek naar bewoonbare aarde en naar mensen die medescheppers willen zijn. In die ruimte willen leren leven als mens naar Gods beeld en gelijkenis, verantwoordelijk en verbonden. Dat is echt wat. Met de beide benen op de grond, een warm hart, het hoofd koel en de handen uit de mouwen, maar ook geheven naar de hemel, dankbaar voor wat ons is toevertrouwd hier op aarde. Gezegend zijt Gij, Schepper van hemel en aarde en gezegend zijn wij als mensen van U.

Amen

 
 
  Meer informatie   Facebook   ANBI-register Doopsgezinde Gemeente Giethoorn   ANBI-register Doopsgezinde Gemeente Steenwijk
 
  contact maandblad privacy
  routebeschrijving nieuwsbrief disclaimer
  veelgestelde vragen inloggen  colofon
     
   
  © 2023 Doopsgezind.nl