Ons gebouw
De Vermaning
Sobere, vroeg 19e eeuwse Doopsgezinde Vermaning (datumsteen 28 juni 1828), op rechthoekige plattegrond. Het gebouw dat aan de voorgevel gotiserende elementen vertoont, is opgetrokken uit baksteen; alleen de voorgevel is van een blokvormige bepleistering voorzien. De brede puntgevel wordt aan beide zijden beëindigd door hoekpilasters met profilering. In het gevelvlak twee blindnissen met driepasmotief en breed rondboogvensters met houten tracering, welk laatste type venster ook is toegepast in de zijgevels. Vooruitstekend gepleisterd ingangsportaal met hoekpilasters met verzonken velden en bekroningen; de ingang is gevat binnen boog met driepasmotief. Eenvoudig geprofileerde goot; staafankers. Voorts twee stenen met opschrift, respectievelijk: "DEERSTESTEENGELEGD DOOR CHOVENSGREVE 28 JUNIJ 1828" en "IMMANUEL Ao 1630"
Inwendig enig 19e eeuws meubilair bestaande uit banken, preekstoel en orgeltje op galerij. Het terrein wordt begrensd door een eenvoudig ijzeren hek met bekroning van even geprofileerde punten en franse lelies.
Het gebouw is een rijksmonument.
Het orgel
Omstreeks 1806 werd er melding gemaakt van een schenking van een orgel door "ene broeder Rijkmans en zijn zuster". Of dat zo was is niet geheel duidelijk. Zeker is wel dat in 1820 een bestaand orgel werd aangeschaft voor de kerk, die toen nog aan de Langesloot in Zuidveen stond. Dit orgel is geplaatst door orgelmaker Albertus van Gruizen. De vermoedelijke herkomst is aan het licht gekomen door de aanwezigheid van een tekening van H. Keun uit 1769 bij de gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam. Het is een tekening van het interieur van de Rooms Katholieke Kerk bij de Boommarkt te Amsterdam. Dit schuilkerkje, "De Lelie" genaamd, bezat een orgel met een 4-voets front dat exact overeenkomt met het huidige front van de Doopsgezinde Kerk. Gezien de stijl van het front moet het ergens rond 1750 gebouwd zijn, waarschijnlijk door Chr. Vater of diens medewerker Matthias Schulze. De onderhoudswerkzaamheden aan dit orgel worden echter niet door Van Gruizen verricht, maar door Scheuer, wiens naam tot 1835 in de boeken wordt vermeld.
De Doopsgezinde Gemeente krijgt in 1848 een nieuwe kerk (de huidige) in het centrum van Steenwijk. Bruikbare zaken uit de vorige kerk worden meegenomen, w.o. het orgel. Bij de overplaatsing schijnt geen orgelbouwer betrokken te zijn geweest. Wel worden er na 1880 werkzaamheden verricht door Van Dam. In 1896 besloot men om een nieuw orgel te laten bouwen door de firma Bakker en Timmenga uit Leeuwarden. Het werd een 8-voets orgel achter het bestaande front, vandaar dat de ombouw boven het front doorloopt tot aan het plafond. Het oude binnenwerk werd ingenomen en herplaatst in de gereformeerde kerk van Winsum (Fr). Een pijp in dit orgel herinnert nog aan de Steenwijkse periode, getuige het opschrift:
'Den 27 junij 1820 wierd door mejuffrouw B. Rijkmans wed. van den Heer R. Rijkmans den Eersten Pijp in dit Orgel in deze Kerk geplaatst in het vierenzeventigste jaar hares Ouderdoms. deze pijp is uit het Orgel der Doopsgezinden te Steenwijk, aldaar afgebroken1896, te Winsum geplaatst 1897’.
Samenstelling van de registers: - prestant 8” - voix celeste 8” - viola di gamba 8”- holpijp 8” - octaaf 4” - fluit 4”- gemshoorn 2”.
Systeem: mechanische sleeplade,
manuaalomvang: C-f′′′,
pedaalomvang C-c′ (aangehangen)
Stemming: evenredig-zwevend, a = 435 Herz.
Van de prestant staat het klein octaaf in het front, de overige frontpijpen zijn stom. Er was een gereserveerde plaats voor een bourdon 16”, echter deze is gebruikt om een cornet 3-sterk te plaatsen. Dit gebeurde (zeer waarschijnlijk) bij de restauratie van 1949. In 1961 is een windmotor geplaatst en in 1999 is het orgel door Bakker en Timmenga geheel gerestaureerd. De prachtige klank en fijne mechaniek maken van dit orgel een bijzonder instrument.
Arjan Oosterhof, organist dg-kerk
Info: arjanoosterhof@oosterhofelektro.nl